Aanbetaling bij keukenzaken met CBW-Keurmerk is gotspé

Dit artikel is een vervolg op ons eerdere artikel Keurmerken van keukenzaken

Veel keukenzaken beschikken over het CBW Keurmerk. Met dit keurmerk creëren ze bij consumenten het gevoel dat zij veilig en betrouwbaar kunnen winkelen. Maar is dat wel terecht? CBW, de uitgever van het keurmerk, zegt immers dat ze consumenten de zekereheid biedt dat ze geen risico’s lopen bij aanbetalingen. Toch is dat slechts een schijnveiligheid zegt Bart Weijers, voorzitter van de Vereniging Comfortabel Wonen. KeukenErvaringen.nl sprak hem erover.

“Vooropgesteld: het CBW doet veel goede dingen voor detaillisten”, stelt Bart Weijers bij aanvang van ons gesprek. “De organisatie doet goed werk op het gebied van onderzoek en begeleiding van ondernemers. Waar ik echter moeite mee heb, is dat het CBW zich richting de consument manifesteert als een soort garantielabel. Dat is echter niet waar. Het enige criterium om een CBW Keurmerk te krijgen, is door contributie te betalen.”

Dat betekent dus dat keukenzaken, maar ook andere bedrijven in de detailhandel, niet aan bepaalde kwalitatieve voorwaarden hoeven te voldoen. Wanneer ze jaarlijks hun bijdrage betalen, mogen ze het CBW Keurmerk voeren. Dat keurmerk zegt echter niets over de financiële situatie, het nakomen van afspraken of het bijtijds leveren van producten.

Consumenten die hun keuken kopen bij een CBW-erkende keukenspeciaalzaak hebben de garantie dat ze hun aanbetaling niet opnieuw hoeven te betalen wanneer de keukenzaak waar ze hun nieuwe keuken kochten failliet gaat. Dat is volgens Weijers echter een gotspe: “Wanneer een consument een keuken koopt en de keukenzaak gaat failliet, geeft het CBW de consument een aantal adressen waar zij een nieuwe keuken kunnen kopen. Deze keukenzaken zijn ook aangesloten bij het CBW en hebben dus de afspraak dat ze de aanbetaling van de consument verrekenen.” Daar gaan veel keukenzaken mank.

Weijers illustreert het aan de hand van een voorbeeld: “Stel dat je een keuken van € 20.000 wilde kopen. Door wat onderhandelen krijg je € 3000 korting en betaal je dus nog € 17.000. Je doet een aanbetaling van € 3000 en daarna gaat de keukenzaak failliet. Wanneer een consument dan aanklopt bij het CBW, zegt men daar ‘Daar hebben we een regeling voor, hier hebt u een aantal adressen waar u een nieuwe keuken kunt kopen, ga daar eens naartoe.’ De nieuwe keukenzaak bekijkt de zaak eens van alle kanten en maakt een nieuwe berekening die ook weer uitkomt op € 20.000. Vervolgens trekt men de aanbetaling van € 3000 van die € 20.000 af. Het gevolg: de consument betaalt nog steeds € 17.000, maar zonder dat er over die prijs is onderhandeld. De brutowinst voor die nieuwe keukenzaak is dus eigenlijk de nettowinst. Een sigaar uit eigen doos dus.”

Welke oplossing zou Weijers willen zien? “Het zou volgens mij veel eerlijker zijn als de CBW-winkeliers getoetst worden op hun garantiesysteem. Ik denk dat keukenzaken op basis van hun verkoopcijfers een bijdrage aan een zogenaamde ‘stroppenpot’ moeten leveren. Gaat een keukenzaak failliet, dan krijgt de consument de aanbetaling terug en begint hij weer op nul. Een consument heeft dan niet een schijnveiligheid en raakt ook geen geld kwijt.”

Belangrijk vindt Weijers ook dat consumenten heel kritisch reviews te bekijken. “Die zijn er nog niet veel voor keukenzaken en ook lang niet alle reviews zijn betrouwbaar, maar zo krijgen ze een goede indruk van de kwaliteit van een keukenzaak.” Ofwel: voorkomen is beter dan genezen.

 

Lees de reacties of reageer zelf op dit artikel